Spelen maar...
Loten
Wie er met wit of zwart speelt beslis je door te loten.
Je neemt een witte pion in de ene hand en een zwarte pion in de andere (stiekem zodat de andere dat niet ziet). Je houdt je handen achter je rug en laat de ander een hand kiezen. Die ander krijgt dan de kleur van de pion die in de hand zit.
Alles neerzetten
- Zet eerst alle pionnen neer.
- Dan de torens op de hoeken.
- Dan de paarden.
- Dan de lopers.
- Dan de koningin op dezelfde kleur (witte koningin op een wit vakje en een zwarte koningin op een zwart vakje).
- Dan de koning.
Zetten
Wit begint.
Daarna zet je om de beurt één schaakstuk totdat je de koning van de ander te pakken hebt.
Nog één laatste regeltje: Aangeraakt is zetten. Dus heb je een schaakstuk aangeraakt, dan moet je dat ook zetten.
Met schaken moet je goed nadenken. Denk daarom rustig na en raak niets aan voor je gaat zetten.